De wede bloeit!

 In de verftuin staat de wede momenteel in bloei: weelde van gele bloemen die meedeinen op het ritme van de wind. 


Wede is een historische verfplant om blauw te verven en één van de drie 'grand teints', naast meekrap (voor rood) en wouw (voor geel). Met deze plant werden hier in Europa stoffen blauw gekleurd voordat indigo zijn intrede deed uit Azië, en later ook de synthetische kleurstoffen hun opmars maakten. 


Wede is een tweejarige plant. In haar eerste jaar maakt ze stevige bladrozetten. Die bladeren kan je -zelfs meermaals doorheen dit eerste seizoen- plukken. Hoe meer je plukt hoe meer ze groeit. 

In het tweede jaar bloeit de plant uitbundig, het is een echte bijenlokker, en kan je de zaden oogsten om volgend jaar opnieuw te zaaien. 

Wede is de waardplant (een plant die bepaalde soorten nodig hebben voor hun voedsel of om eitjes op te leggen) voor onder meer oranjetipje en groot koolwitje. 



Het verven met wede is een moeilijk en lang proces omdat de pigmenten die de kleur geven aan stof niet wateroplosbaar zijn, en dat wel moeten worden om ermee te kunnen verven. 

Na de oogst worden de bladeren van wede gefermenteerd en tot bollen gerold. Die bollen kunnen dan met de juiste toevoegingen en bewerkingen (gisting, zuurstof toevoegen en net weer onttrekken op andere momenten, weken in urine (!)) in een kuipbad worden verwerkt tot kleurbad. 

Het recept om te verven met wede was een geheim dat de ververs zorgvuldig bewaarden. 

De laatste jaren is er een herwaardering van de wede, 'koningin van de verfstoffen'. Dat heeft niet alleen te maken met historische interesse, maar ook met hernieuwbaarheid en afbreekbaarheid van plantaardige verfstoffen. Daarnaast is het ook een inheemse plant, in tegenstelling tot de exotische indigo. 


24 april: de wede in volle bloei

7 mei: de eerste zaden beginnen zich te vormen